Beheer van onze bossen

Onze bossen op de verschillende terreinen bestaan voor een belangrijk deel uit gemengd loofbos, opstanden met grove den, larix, zomereik, Amerikaanse eik, beuk, populier, haagbeuk, esdoorn en kleine opstanden met fijnspar. De terreinen de Laarbraak en Tichelmansbos zijn zgn, rabattenbossen. Rabatten zijn langwerpige ophogingen tussen greppels. Deze bosbouwmethode is al eeuwen oud en had als doel om bomen hoger te laten staan zodat ze tijdens de winter niet met ‘de voeten’ in het water zouden staan. Het waren destijds dus productiebossen.  Op de lager gelegen rabatten bestaat het bos uit vochtig hakhout met vooral zwarte els, hazelaar, es en berk.

Rondom Winterswijk bestaat het bos op onze terreinen voor een belangrijk deel uit beek begeleidend bos. Het bos bij Italiaanse Meren heeft als bijzonderheid dat daar een aantal wintereiken in voorkomen.

Beheer van onze bossen
Onze bossen hebben nu over het algemeen een functie als rustgebied voor wild en vogels. Het zijn dus geen productiebossen. We laten de bossen grotendeels met rust en het bos en de natuur mag zich daar vrij ontwikkelen. Dood staand en liggend hout wordt niet verwijderd. We streven voor het verhogen van de biodiversiteit naar een 5 à 10 m3 dood hout per hectare (i.c. 100 dode stammen per hectare). De verhouding staand of liggend dood hout zou idealiter een verhouding 50/50 mogen hebben. Dood en afstervend hout leeft en is belangrijk voor de bosfauna waaronder vele soorten kevers, mieren, wantsen, paddenstoelen en (korst)mossen.  Ook vogels (spechten, boomklever, boomkruiper) profiteren van het insectenleven op dood hout.   

De bosbouwactiviteiten die we wel uitvoeren zijn kleinschalig en gericht op het verwijderen van soorten die we als niet inheems beschouwen, zoals Amerikaanse eik,  Amerikaanse kers en Noordse esdoorn.  Dat doen we niet door grootschalig te kappen maar gefaseerd over meerdere jaren.

Risicobomen
Dode bomen en takken boven doorgaande (zand)wegen en fietspaden vormen een potentieel risico voor passanten. Als grondeigenaar kunnen we aansprakelijk gesteld worden als we niet met regelmaat bomen (laten) inspecteren.  Hierdoor kennen we de locaties van potentiële risicobomen en kunnen we tijdig maatregelen nemen. Bomen die een mogelijk gevaar opleveren voor passanten worden geveld.

Planten
Op kleine schaal maar wel regelmatig planten we bosplantsoen en bomen. Bij het plantmateriaal streven we ernaar dat het inheems en autochtoon is. Als bosplantsoen werken we o.a. met gelderse roos, gewone vlier, lijsterbes, één en tweestijlige meidoorn, sleedoorn, sporkehout (vuilboom), hazelaar etc.  Bij het plantmateriaal voor bomen gaat de voorkeur uit (mede in verband met de klimaatveranderingen) naar inheemse soorten die beter bestand zijn tegen droogte (winterlinde) en soorten die van oudsher in het Achterhoekse landschap voorkomen (fladderiep) en bijdragen aan de biodiversiteit (waardplant voor vlinders als de iepenpage).

 

 

 

Schuiven naar boven