Horstermaat in Winterswijk-Brinkheurne

Dit gebied bestaat uit kruidenrijk grasland dat is omgeven door oudere houtwallen en wordt afgewisseld met bosjes en poelen. Het gebied ligt aan de rand van Winterswijk in de buurtschap Brinkheurne en bereikbaar via de onverharde Horstweg.

De Horstermaat is vernoemd naar boerderijen in de omgeving, de Grote Horst en de Kleine Horst. Het maakte oorspronkelijk deel uit van een omvangrijk groter agrarisch gebied met ‘natte’ gras en hooilanden. In dit gebied werd eind vorige eeuw de een grotere wijk gebouwd, de Pelkwijk. De landschappelijke verscheidenheid met graslanden, houtwallen, bosjes en poelen is groot. Bij de poelen gaat het om zonnig gelegen open water met gevarieerde oeverbegroeiing en een rijke amfibieën- en libellenstand. Omdat het terrein geïsoleerd ligt en het relatief vochtig is was er nooit sprake van een intensieve bewerking. In de Achterhoek zijn dit soort terreinen thans zeldzaam geworden. Ook de omgeving van het terrein wordt gekenmerkt door fraai coulissenlandschap bestaande uit houtwallen, weiland, akkers en bos. 

In 2016 werd besloten om het weidegebied te verschralen en om te vormen naar een meer soortenrijk kruiden- en faunarijk grasland. De werkzaamheden konden met financiële steun van de provincie Gelderland worden uitgevoerd. Het perceel werd natuurtechnisch en het bodemreliëf volgend afgegraven. Tijdens de uitvoering van het project in 2016/2017 werd ook het populierenbos gekapt en werden de twee poelen uitgebaggerd. In deze poelen komen onder andere de kamsalamander en vele soorten libellen en juffers voor. Het project werd in het voorjaar 2017 afgerond. Sindsdien heeft het grasland zich goed ontwikkeld en is de soortenrijkdom toegenomen. Dat laatste blijkt ook uit het feit dat de provincie het grasland in 2024 heeft opgewaardeerd naar vochtig hooiland.

Het graslandbeheer wordt uitgevoerd op basis van de beginselen van sinusbeheer. Daarbij wordt het terrein deels gemaaid  waardoor altijd voortplantingsbiotoop voor insecten beschikbaar is. Het maaien wordt uitgevoerd met een eenassige maaitrekker. Door de lage snelheid van het maaien geeft bodemdieren goede overlevingsmogelijkheden.

Het terrein werd in 1992 aangekocht door de stichting.

 

 

Veldwaarnemingen
Flora: kale jonker, rietorchis, gevlekte orchis, echte kievitsbloem, grote ratelaar
Fauna: ree, haas, kamsalamander, kleine watersalamander
Insecten:
sabelsprinkhaan, moerassprinkaan, gewone oeverlibel, platbuik, heidelibel, azuurwaterjuffer
Dagvlinders:
boomblauwtje, icarusblauwtje. kleine vuurvlinder, groot koolwitje, geaderd witje, kleine vos, koevinkje, landkaartje, koninginnepage, gehakkelde aurelia, oranjetipje, hooibeestje
Bijzonderheden: wilde mispel, wilde appel

Recente werkzaamheden
Het beheer van het grasland is gericht op verschraling van de bodem. Jaarlijks wordt het grasland periodiek gemaaid en wordt het maaisel afgevoerd. Opslag van els en wilg wordt verwijderd.  De houtopstanden in de houtsingels worden regelmatig afgezet om variatie in groei te bewerkstelligen. Recent werden oorspronkelijke soorten als gewone vlier, lijsterbes, meidoorn, sleedoorn, hazelaar en Gelderse roos aangeplant

Schuiven naar boven